Verslag van Louis en Joek
Aanvankelijk stond een tocht naar Berlijn met een vervolg langs de rivier de Spree op het programma. Na bestudering van het route boekje bleek de route naar Berlijn meer dan 900 km te bedragen. Een snellere route kiezen vonden we zonde want dan zouden we heel veel moois missen op weg naar Berlijn. Een andere keer zullen we er de tijd voor nemen. We besloten een tocht langs de Elbe te gaan maken en zelf een snelle route door Duitsland uit te zetten. We volgden een meer noordelijke route via Nordhorn naar Lunenburg waar we de Elbe zouden gaan volgen. Met de wind in de rug stonden we al na 4½ dag in Lunenburg waar we de rest van de dag verbleven omdat het er heel mooi en gezellig was. De reis langs de Elbe kan niet omschreven worden als een plezier ritje daar voor waren de fietspaden gemiddeld te slecht en zagen dorpjes en steden er vaak te verpauperd uit. We omschrijven de tocht liever als zeer interessant. Wel hebben we intens genoten van de mooie natuur langs de rivier met z’n talrijke vogels. Heel bijzonder was het om de absolute stilte te ervaren in sommige delen langs de rivier. Vol goede moed vertrokken we op 9 augustus op onze splinter nieuwe fietsen met Vorden als einddoel voor de eerste dag.
9 augustus Driebergen – Delden 129 km
Vanmorgen vroeg verlaten we Driebergen richting Arnhem. Onze super fietsen brachten ons snel in Arnhem waar we afsloegen in de richting van de Veluwe zoom. Voor Ellecom namen we het pontje over de IJssel naar het bijzonder mooie stadje Bronkhorst. Het plaatsje werd overspoeld door toeristen die met bussen vol werden aangevoerd. Op een andere keer nog eens terug komen als het minder druk is want het dorpje is een bezoek meer dan waard. We arriveerden al om drie uur in Vorden, te vroeg voor een overnachting dus door gefietst naar Goor. Toen we daar naar een overnachtingsadres informeerden keken ze ons vreemd aan. Overnachten bleek daar niet mogelijk. Eerst dachten we dat ze ons niet goed verstonden en hebben overwogen om het woordje Hotel te spellen maar dat zou waarschijnlijk tot frustratie geleid hebben. Er zat niet anders op dan door te rijden naar Delden. Daar vonden we snel een hotel waar we ons heerlijk lieten verwennen.
10 augustus Delden – Lengerich 89 km
We vertrekken voor ons doen laat uit Delden, tien over half negen. De omgeving van Delden met kasteel Twikkel is geweldig evenals de rit naar Ootmarsum waarna we richting Nordhorn verder reden. Na Nordhorn voerde een mooi fietspad ons langs een kanaaltje naar Lingen. Het fietspad liep door een militair gebied dus weinig menselijke activiteiten, je kon er elk takje horen kraken. De middagpauze hielden we bij een overdekte picknick tafel. Nadat we ons eten hadden uitgepakt wilde Joek wat afval kwijt in een plastic zak die aan een spijker aan de zijkant van de picnicktafel was opgehangen. Grote schrik want een oorverdovend gezoem gaf aan dat we een wespen colonie bij hun maaltijd verstoorden. Zij zagen ons duidelijk als agresors en lieten dat blijken ook. Rennen voor je leven, dan maar geen eten hier. In paniek riepen we nog dat we lid waren van Natuurmonumenten maar dat hielp niet, ze bleven boos. Na dat de rust was weer gekeerd zijn we zwaaiend met een witte doek terug gekeerd om onze spullen veilig te stellen en hebben de maaltijd op gepaste afstand genoten. Aan het eind van het kanaal via een slecht stuk fietspad naar Lingen gereden. Langs de rand van de stad weer verder gefietst richting Langen. Een overnachting vonden we in Lengerich. Een verlaten dorpje met een eeuwen oud hotelletje dat eerst gesloten leek maar waar na enig gemorrel aan de deur toch iemand schuifelend naar voren kwam. Het was een oud vrouwtje die getuige moet zijn geweest bij het leggen van de eerste steen van het pand, althans zo zag ze er uit. Maar ze had een kamer voor ons en daar waren we blij mee in deze verlaten streek. Mogelijk zijn wij de enige gasten geweest in dit jaar. Het enige restaurant in het dorp had ruhetag , een Turkse snackbar bracht uitkomst, een aardige Turk maakte een heerlijke snitsel klaar voor slechts vijf euro. Dan kan de dag voor Hollanders niet meer stuk. Aan de overkant nog een ijsje gekocht en vroeg naar bed. Bij het ontbijt troffen we twee plastic zakjes aan met twee elastiekjes, waar kom je dat nog tegen in deze commerciële wereld.
11 augustus Lengerich – Neubruchhausen 118 km
Voor de wind vertrekken we richting Quakenbruch waar we de koffie gepland hebben. De benodigde 40 km hebben ruim binnen de twee uur afgelegd en lieten ons de koffie met pruimentaart daar goed smaken. Alleen op het formaat pruimentaart hadden we ons goed verkeken, we kregen hem met moeite naar binnen. Met een goed gevulde maag fietsten we verder door een mooie omgeving over kaarsrechte fietspaden, soms golvend over de heuvels. Onze fietspret werd ruw verstoord door een geweldige kletterbui, de bellen op het water voorspelde niet veel goeds, maar zie na tien minuten was het over en konden we onze weg vervolgen. Gedurende de reis door Duitsland zou het bij die ene bui blijven. Joek kreeg een beetje last van haar maag (natuurlijk te zwaar getafeld bij de koffie) maar het escasleerde niet gelukkig. Tijdens de theestop kregen we een tip om nog 18 km door te rijden naar Neubruchhausen waar een goed hotel te vinden zou zijn. We waren blij met die tip want je struikelde niet over de horeca in dit gebied. We vonden inderdaad een prachtig hotelletje met een mooie kamer, ook het eten was er prima. Met de eigenaren hebben we nog gezellig zitten praten de rest van de avond.
12 augustus Neubruchhausen – Soltau 93 km
Het werd een dag met een rommelige begin. Veel over wegen gefietst die niet fietsvriendelijk waren en waar het verkeer duidelijk aanwezig was. Ook de harde wind waaide niet altijd in ons voordeel omdat we ons vaak zigzaggend door het landschap bewogen. Al met al een vermoeiende ochtend. Nadat we in de middagpauze een stevige bonensoep hadden gegeten konden we er weer tegen en werd de omgeving rustiger met goede fietspaden. We kwamen in een meer toeristisch gebied terecht dus zijn we tijdig naar onderdak gaan zoeken. Soltau is een grote plaats waar het zou moeten lukken. Dat viel behoorlijk tegen, alles volgeboekt. Even leek het er op dat we zouden moeten kiezen voor een viersterren hotel maar bij een klein hotelletje in het plaatselijke park was de eigenaar zo vriendelijk om al zijn relaties voor ons te bellen. Die vond na veel bellen een adres dat eigenlijk wegens ruhetag gesloten was maar ons nog wel wilde ontvangen. Zonder hulp zou het een duur nachtje geworden zijn. Nadat we onze kamer betrokken hadden zijn we de stad ingegaan waar we een voortreffelijk adres vonden voor een warme maaltijd.
13 augustus Soltau – Lunenburg 56 km
We zaten vroeg op de fiets, de route voerde ons door een mooi heuvelig gebied waar van oudsher veel militairen zijn gelegerd. Derhalve geen bebouwing en pleisterplaatsen, we fietsten door een bos in de absolute eenzaamheid. Pas na 35 km kwamen we de eerste mensen tegen. Vlak voor Lunenburg hielden we pauze op de Lunenburgerheide. Lunenburg was een verrassing voor ons, veel mooie architectuur maar vooral ook veel gezelligheid. Veel straatjes met goed bezette terrasjes die een leuke sfeer uitstraalden. Een ingezetene sprak ons aan en vertelde zo enthousiast over zijn stad dat we besloten daar voor de rest van de dag te blijven. De man bleek ook een fervente fietser te zijn. Een kamer was snel gevonden waarna we de plaats goed hebben bekeken. Ons avondmaal genoten we aan de sfeer volle haven van de stad. s’ Avonds kwamen we die zelfde man weer tegen met zijn vrouw, heel toevallig denk je dan. Maar even later ontmoette we ook nog een echtpaar die de avond daar voor in Soltau in het zelfde restaurant tegenover ons dineerden.
14 augustus Lunenburg – Dömitz 96 km
Het begin van de dag verloopt bijzonder chaotisch. We volgen de bebording naar Bleckede om vandaar uit de Elbe te gaan volgen. We nemen het fietspad aan de parallel gelegen weg naar Bleckede dat echter na vijf kilometer naar beneden afbuigt en uitkomt op een industrieterrein. Op zich geen probleem maar elke aanwijzing om verder te gaan ontbrak. Na drie keer rond gereden te hebben kwamen we steeds weer op het zelfde punt terug. Tijdens deze zoektocht passeerden we erbarmelijke fietspaden waar Joek er achter kwam dat ze een zijtas kwijt was. Snel terug gereden en de tas weer gevonden. Plots zagen we toch een klein fietsbordje dat we hoopvol gingen volgen. Het leidde ons door een bos over een geitenpad dat nauwelijks driebanden breed was met aan beide zijden meters hoge brandnetels. Er leek geen eind aan te komen, waar zijn we aan begonnen en waar zouden we terecht komen. Nadat we over een spoorweg waren geklauterd arriveerden we in een klein gehuchtje. Niemand te zien dus maar ergens aangebeld. De weg naar Bleckede kon de bewoner ons niet direct uitleggen er moest eerst overlegd worden met de buurman. Het klonk allemaal zeer ingewikkeld, er werden een aantal kleine dorpjes genoemd die we min of meer op geluk moesten zien te vinden. Duidelijk werd dat we ons in een verlaten gebied bevonden waar fietsers met bagage aan de voor- en achterwielen vreemd worden nagekeken. Met meer geluk dan wijsheid kregen we weer kontact met de bewoonde wereld. Nadat we bij een Imbis koffie hadden gedronken reden we even later opgelucht Bleckede aan de Elbe binnen. Dat waren dubbele kilometers voor ons gevoel. Direkt de Elbe overgestoken met een van de vele pontjes en over prachtige fietspaden met mooie vergezichten langs de rivier gereden. Dat zag er veelbelovend uit voor de komende dagen. Met het volgende pontje (peper duur) weer terug naar de overkant want we wilden beslist het plaatsje Hitzacker bezoeken waar Claus von Amsberg is geboren. We worden steeds minder enthousiast over de kwaliteit van de fietspaden en hoopten dat het snel beter zou worden de komende dagen. Voor Hitzacker werden we verrast door een aantal venijnige klimmetjes van rond de 10 procent. Hitzacker is een mooi verzorgd dorpje aan de Elbe. De plaatselijke bakker verzorgde ons een paar heerlijke broodjes als middagmaal. Weer over gevaren met het vesting stadje Dömitz als einddoel voor deze dag. Dömitz valt tegen, alles ziet er verwaarloosd uit. In twintig jaar vrijheid is er vrijwel niets opgebouwd, we worden er een beetje triest van. Tegen de verwachting in vonden we een toeristenburau in een vervallen pand dat open was. We sliepen prive in een klein huisje, ons bed stond in de woonkamer met uitzicht op veel familie foto’s en persoonlijke snuisterijen. We hadden het rijk alleen want de op leeftijd zijnde eigenaresse bleek elders in het stadje te worden verzorgd.
15 augustus Dömitz – Havelberg 89 km
Het was behoorlijk fris toen we Dömitz verlieten. Aanvankelijk waren de fietspaden goed tot redelijk de eerste uren maar dat veranderde snel. Wat we te verwerken kregen waren kilometers geasfalteerde fietspaden met boomwortels die vijf centimeter boven het wegdek uitstaken, je reinste wasborden parcours. Vooral als je van de rivier het binnenland werd ingestuurd kwam je spartaanse toestanden tegen. Paden die in zandbak eindigden zodat je van de fiets af moest en over een paar honderd meter moest gaan lopen. Dan een fietspad dat bestond uit twee smalle stroken betonplaten die Honecker nog had laten aanleggen voor de tractoren van de boeren. De ogen waarmee ze opgetakeld waren zaten er nog op, evenals de gaten in de platen die zodanig waren aangebracht dat je ze niet kon missen. De fietstassen vlogen je bijna om de oren. Dit was niet leuk meer, dit was afzien. We hebben kilometers over dijken gefietst die zo slecht waren dat je voortdurend bezig was te voorkomen niet onderuit te gaan waardoor je nauwelijks de gelegenheid kreeg om van de mooie omgeving te genieten. Als we het woord kinderhoofdjes horen krijgen we spontaan zadelpijn, we kunnen ze niet meer zien. Jonge gezinnen die aan gezinsplanning denken adviseren wij met nadruk hier te gaan fietsen dat scheelt een operatie. Zonder een zadel met Auping binnenvering verwordt het Scrotum tot Schroottum en blijft er voor vrouwen niet veel meer over dan een Vage-Ina. De dag werd verder gekenmerkt door de harde tegenwind bij 24 graden dus moet er veel gedronken worden. Havelberg is een mooie stad met veel vakwerk huizen. Boven het stadje staat de dom vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over het stadje en de wijde omgeving. We sliepen prive net buiten de stad, niet ons beste adres maar gewoon goed. Wel hebben we bijzonder lekker en sfeervol gegeten bij de Griek in het oude centrum.
16 augustus Havelberg – Bertingen 85 km
In het begin van de dag werden we weer geconfronteerd met miserabele fietspaden. Deze keer liepen we weer vast in een zandpad en moesten gaan lopen. De wegbewijzering liet het ook weer afweten en de afstand naar een pontje bleek geen 3 km maar 8 km te zijn. Echt lekker doorrijden was er niet bij vandaag. Op het pontje maakten we kennis met een Deense jongen, hij is een tijdje met ons mee gereden. Het is vandaag behoorlijk warm en er staat weer een stevige tegenwind. De liters vocht vliegen de bidon uit. We zijn bewust weer de rivier overgestoken, deze keer om het plaatsje Tangermünde te bekijken. Als we daar tegen het middaguur binnenrijden is het bloed heet. Gelukkig vonden we een restaurantje met een tafeltje in de schaduw. Het bleek een bijzonder historisch pandje te zijn. Het leek wel een museum met oudheidskamertjes en zowaar ook nog een piepklein schooltje waar plaats was voor een stuk of tien kinderen. Het stadje is bijzonder mooi met veel vakwerk huizen en prachtige oude panden. Bijzonder waren ook de kerk en de stadspoort met een deel van de oude stadswal. Aan het eind van de middag ontmoeten we voor het eerst een Nederlands echtpaar op de fiets. Zij fietsten de andere kant op. Van hun kregen we een goede tip voor een overnachting. Het werd een overnachting in een vakantiepark met splinter nieuwe huisjes en een prachtig hoofdgebouw waar we heerlijk hebben gegeten. Het park lag buiten het dorpje in een oase van rust, zulke adressen hopen we meer te vinden.
17 augustus Bertingen- Ronney 91 km
We zijn vandaag vroeg op pad en beginnen de dag met een goed fietspad richting Maagdenburg. Tijdens de oversteek maken we dit keer kennis met een sympathieke Duitse jongen die uit de buurt van Bremen kwam. Hij hield ons een paar uur gezelschap. Het viel ons op dat er nauwelijks scheepvaart op de Elbe te zien was. Bij navraag blijkt dat de Elbe veel te ondiep is voor de meeste schepen. We zijn snel in de buitenwijken van Maagdenburg en zijn benieuwd naar de oude binnenstad. Dat viel erg tegen want die is er niet meer. Daarom keken de mensen ons een beetje vreemd aan als we de weg naar de Altstad vroegen. De Dom en een andere kerk waren het enige tastbare bewijs van de oude binnenstad. Heel mooi vonden we het “Hunderdwasserhaus” in de binnenstad. Achteraf gezien hadden we Maagdenburg beter niet kunnen bezoeken, het is er ongezellig en er is weinig te bekijken. In de binnenstad komen we onze Deen weer tegen. Met hem drinken we een kop koffie en nemen dan definitief afscheid van hem. Wij vervolgen onze weg over slechte en minder slechte fietspaden en vinden een kamer in een gehucht met nauwelijks vijf huizen. Hier ervoeren we de absolute stilte en zagen we een sterrenhemel die je maar zelden ziet. In ons eenvoudige en gezellige pension, waar de chef nog zelf kookte, hebben we in deze landelijke oase heerlijk geslapen en gegeten.
18 augustus Ronney – Pretzsch 112 km
Bij het afscheid nemen krijgen we nog gratis een thermoskan met koffie mee. Juist in deze eenvoudige lokaties ervaar je de hartelijkheid van de mensen. Over goed bereidbare wegen hadden we gelijk het tempo er in. Onderweg broodjes en drank ingeslagen en snel door naar de Lutherstad Wittenberg. Er staat weer een sterke wind die we deels in de rug hebben vandaag. We brengen en kort bezoek aan de mooie binnenstad en volgen de Elbe richting Elster waar we de Elbe weer oversteken. Vlak voor het pontje zien we een bord waarop vermeld staat dat de Nederlander Hoeck uit Nijmegen in 1645 het giersysteem voor pontjes heeft uitgevonden. Aan de pontbaas verteld dat dit oversteek systeem ons bekend voorkomt, waarop hij antwoordde “ dan komen jullie zeker uit Holland”. Na 20 km in het onbeduidende dorpje Pretzsch een prachtig hotel gevonden. We troffen daar een Deens gezelschap aan waar we leuk kontakt mee hadden. Het hotel blijkt ook een adres van de Nederlandse busonderneming OAD te zijn, dan moet het wel goed zijn dachten wij. Aan de achterzijde van het hotel stond een hele verzameling Trabantjes opgesteld, heel bijzonder.
19 augustus Pretzsch – Meissen 119 km
We beginnen de dag goed met een weg door een bosrijke omgeving waarin een aantal mooie meertjes schilderachtig gelegen zijn. Even later volgen we een fietsaanwijzing die we na een paar kilometer niet vertrouwden. Tweemaal terug gereden maar geen aanknopingspunt gevonden. Plots zagen we nog meer fietsers heen en weer rijden op zoek naar de juiste weg. Gezamenlijk hebben we uiteindelijk het goede pad weer gevonden, erg logisch zat het daar niet in elkaar. In een dorpje zochten wij een terrasje om de theepauze te houden. Wij zagen een terras met leuke parasols en maakten aanstalten om daar een tafeltje te bezetten. Maar wat een blunder. Daar klonk plots commentaar van de mensen op het terras. We waren aangeland op het terras van een bejaarden huis. Een van de bejaarde dames was zo ondeugend om mij een plaatsje op haar kamer aan te bieden, grote pret op het terras natuurlijk. Wij stonden mooi voor aap en verlieten het terras, vrolijk uitgewuifd door de oudjes. De horeca laat het in deze streek behoorlijk afweten, we zoeken ons heil maar bij een benzine station. Intussen werd het tijd om onderdak te vinden maar dat ging niet snel lukken. Dorpje na dorpje zonder pension laat staan een hotel. Eenmaal kregen we een adres een paar dorpjes verder op, toen we daar navraag naar deden bleken we daar al drie kilometer voorbij gereden te zijn. Terug rijden was geen optie. Het parool was nu verstand op nul en nog even doorbijten tot de grote stad Meissen. Het liep al tegen half zes toen we de stad binnen reden. We rekende er niet meer op dat het toeristenburau nog open zou zijn maar gelukkig konden we daar nog terecht. Al snel vonden we in de mooie oude binnenstad (we worden intussen gek van de kinderhoofdjes) een kamer bij een particulier. Vlak bij onze kamer vonden we een voortreffelijk restaurant voor het avondmaal. Er resten ons nog slechts 35 km naar Dresden.
20 augustus Meissen – Dresden 35 km
Het is prachtig weer als we uit Meissen wegrijden maar de wind is krachtiger dan de dagen daarvoor. Het is stampen op de pedalen. We merken dat we wind gewend zijn want we halen heel wat fietsers in. Op een kruising in een buitenwijk van Dresden krijgen we een goede tip van een fietser die ons naar een goed fietspad verwees richting centrum. We vinden er makkelijk de weg in het centrum want twee jaar geleden waren we daar met een busgezelschap. In het centrum is men nog volop bezig met de restauratie van de stad. Gebouwen die twee jaar geleden in de steigers stonden zijn nu prachtig gerenoveerd. Er blijft nog genoeg te doen in het centrum. Interessant zijn de oude fundament van gebouwen die worden blootgelegd op het plein tegenover de Frauenkirche. In de stad is het met 37 graden bloed heet maar het is er heel gezellig met de vele terrasjes. De sfeer is niet te vergelijken met twee jaar terug toen we daar in de herfst bibberend van de kou rond liepen. We besluiten niet door te rijden naar Praag met die hitte maar met de trein terug te gaan naar Groningen om vandaar via Drenten naar huis te rijden. Op het station hoorden we dat er om 13.20 uur nog een trein vertrok die s’avonds om 22.30 uur in Groningen zou aankomen. We besloten de gok te nemen dat we snel onderdak zouden vinden. Snel nog wat gegeten nabij het station en proviand voor de reis ingeslagen want het werd een hele rit. De reis verliep vlot en gezellig met een groepje spraakzame Oost-Friezen die tot vlak voor de Nederlandse grens mee reisden. Intussen was het flink gaan regenen en onweren, we hebben geluk dat het bij het uitstappen droog geworden is. Een kamer was snel gevonden in Hotel Martini, het slechtste onderkomen van onze vakantie. Een hok van een kamer, slechte service en nog duur ook. Nog snel even twee kroketten uit de muur getrokken en een stevige neut ingenomen waardoor we als een blok in slaap vielen.
21 augustus Groningen –Ruinen 78 km
Op tijd vertrokken onder een bewolkte lucht. Een fors contrast met de staal blauwe hemel en 37 graden in Dresden. Het is een prachtige rit geworden via Haren, Paterswolde, Norg, het Fochteloërveen, Appelscha (lunchpauze), verder door de Boswachterij Appelscha, het Drents-Friese Wold, Diever en Dwingeloo. In Dwingelo lukte het niet om een kamer te vinden. Op een oud adres van enkele jaren geleden was men zo vriendelijk even naar Ruinen te bellen en daar een kamer voor ons te reserveren. In het voortreffelijke Hotel “ De Stobbe” hebben we een arrangement kunnen boeken voor drie dagen zodat we ruimschoots de tijd hadden de mooie omgeving van Ruinen te verkennen.
22 t/m 24 augustus Omgeving Ruinen 246 km
Deze dagen veel van de omgeving gezien met als hoogtepunten het Dwingelderveld en een bezoek aan Giethoorn. Ruinen is een gezellig dorpje waar alle tuintjes dagelijks worden aangeharkt zo lijkt het. Je kunt er van de straat eten, geen papiertje te vinden op straat en het onkruid wordt hier door gemeente lieden nog met de hand gewied. We maken regelmatig gebruik van het zwembad en genieten met volle teugen van het eten en drinken.
25 augustus Ruinen – Epe 71 km
Voordat we de terugreis aanvangen drinken we eerst nog koffie en stappen dan op ons gemak op de fiets. Het is dan ruim na tien uur als we van een aantal gasten afscheid nemen. De route gaat over Staphorst – Rouveen naar Zwolle en vandaar over Hattem naar Epe. De lucht is bij vertrek zwaar bewolkt maar droog, wel even wennen na al die zonnige dagen. Nauwelijks 10 km verder begint het te regenen en dat blijft het 50 km lang tot aan Zwolle toe. Bij een benzine station eten we een lekker broodje met warme worst en drogen tegelijkertijd een beetje op. Als we vandaar verder rijden richting Hattem is het kort daarna droog. Via de VVV in Epe vinden we bij een particulier onderdak. Na het eten in het dorp nog wat rond gekeken maar er is niet veel te beleven. Achter het huis konden we bij een haardvuur de rest van de avond doorbrengen.
26 augustus Epe- Driebergen 78 km
Vanmorgen vroeg vertrokken met de fietsjacks aan want het was behoorlijk fris. In de loop van de dag liep de temperatuur op naar 23 graden, ideaal weer om te fietsen, maar de forse tegenwind zorgde er voor dat we de laatste vakantiedag nog even ons best moesten doen. Verder over de Veluwe naar Vierhouten en Uddel dan richting Leusden en Austerlitz. Aan de voet van de klim een pannekoek genuttigd. De kwaliteit was niet om over naar huis te schrijven, de helft ging retour keuken. Zonde van de 19 Euro die we moesten afrekenen. Om twee uur rijden we Driebergen binnen. Traditie getrouw hebben de buren een warme maaltijd verzorgd. Einde van een boeiende vakantie die niet altijd even makkelijk verliep.
Resumé: | ||
Langste dagafstand | 129 km | |
Moeilijkste traject | Bleckede – Maagdenburg | |
Steilste helling | 10% bij Hitzacker | |
Steilste afdaling | 13% bij Hitzacker | |
Hoogste snelheid | 38 km/u met bagage 45 km/u zonder bagage |
|
Grootste ergernis | de fietspaden | |
Mooiste steden | Lunenburg, Tangermünde, Meissen en Dresden | |
Opvallend | De mooie natuur langs de Elbe Het goede eten en de prima onderkomens Geen Nederlandse auto’s gezien |
|
Slechtste adres | Het Martini Hotel in Groningen |